SP wil verbetering rolstoeltoegankelijkheid van horeca
SP wil verbetering rolstoeltoegankelijkheid van horeca
De Hengelose SP vindt dat de rolstoeltoegankelijkheid van Hengelose horecazaken veel beter moet. Een rondgang door het centrum, met de Hengelose rolstoelgebruiker Samuel de Koning, leert dat rolstoelgebruikers een groot gedeelte van zowel dag- als nachthoreca niet in kunnen komen. Oorzaken zijn met name een te krappe ingang, een te hoge drempel of het niet toestaan van een hulphond.
De SP heeft haar bevindingen via een korte filmreportage "Klik Hier" aan de voorzitter van de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Hengelo, de heer Berto Mulder gepresenteerd, in aanwezigheid van de Hengelose gehandicaptenorganisaties in café de Kleine Burgemeester.
Bij de presentatie liet SP-raadslid Hugo Koetsveld weten dat er volgens hem simpele, goedkope oplossingen al genoeg om een groot deel van de hindernissen weg te nemen. Koetsveld:
“Restaurants en cafés zouden veel problemen op kunnen lossen door een oprijplankje neer te leggen bij de ingang. Ook zouden hulphonden gezien moeten worden als de nuttige en welkome partner van een klant. Tenslotte zou er via een simpele gevelverbouwing gezorgd kunnen worden voor een bredere deur met lagere drempel.”
Samuel de Koning, kandidaat-raadslid voor de SP en zelf rolstoelgebruiker, benadrukt het belang van toegang voor rolstoelgebruikers:
“Wij willen dat iedereen mee kan doen in de samenleving. Daarbij hoort dus dat openbare plaatsen goed toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. Helaas zien wij nog te vaak dat horecagelegenheden moeilijk toegankelijk zijn voor deze groep. Dat is jammer, zeker als je bedenkt dat sommige oplossingen zo simpel zijn. Restaurants hebben er zelf ook voordeel van, want een betere toegang voor gehandicapten leidt naast meer sympathie ook tot meer gasten en dus een hogere omzet.”
In het verkiezingsprogramma van de SP is opgenomen dat de gemeente altijd rekening moet houden met specifieke beperkingen van mensen en dat toegankelijkheid van openbare gebouwen, sport- en cultuurvoorzieningen en het openbaar vervoer vanzelfsprekend moet zijn.
