Hengelo

De SP is al jaren voorstander van een beleid waarmee zoveel mogelijk bestaande bomen gespaard worden. In Hengelo zien we precies het tegenover gestelde gebeuren.
Onderstaande ingezonden brief van Vincent Mulder verscheen op 30 augustus in TCTubantia:

Met een vrijwel niets ontziende gang sluipt er een ongrijpbaar monster door Hengelo. Het levert niet de aanblik van een grote verwoestende veldslag, maar meer van een virus wat overal in de stad zorgt voor plaatselijke kaalslag. Hengelo ontgroend in ras tempo.

Verdwenen een tijdje geleden prachtige lindebomen bij het winkelcentrum Hasseler Es daarna was het de bomenlaan van grote reuzen aan de Troelstrastraat, en plotseling de bomen aan de Industriestraat bij het Esrein, of zomaar een groepje van drie forse Ginko Biloba bomen aan de Anninksweg.

Het meest ontluisterende is wel de kaalslag rondom de nieuwbouw van het ROC. Het begon met de kap van de laan prachtig acacia's (Robinia's) aan de Lansinkesweg, kort daarna de imposante rij forse lindebomen aan de Julianalaan; weer later de bomen op de middenberm van de Oelerweg. Ondertussen was er al een bres geslagen in de prachtige rij esdoorns aan de Willem de Clerqstraat. van de 35 bomen werden er eerst 18 gekapt, later nog weer tientallen, en nu staat de zaag al aan de stammen van de laatste drie overgebleven esdoorns. Inmiddels heeft ook zomaar het groepje laatste acacia's bij de brandweerkazerne het veld geruimd.

Het monster is onder ons, geen groenbeleid van de gemeente, noch de natuur en milieuraad is bij machte het monster te temmen. Ik raad alle inwoners van Hengelo waakzaam te zijn en roep overal op om met man en macht ons niet het laatste groen te laten wegschoffelen ten behoeve van nieuwbouw en vooruitgang.
Was dat argument in groene stadsharten als Utrecht en Amsterdam, Arnhem en Deventer gehanteerd dan hadden ze daar in de herfstwind ook geen bladeren meer op straat gehad. In die steden is in vele gevallen het zaagmonster wel een halt toegeroepen, door boomsparende maatregelen, want die bestaan namelijk.