h

SP-fractie roept op tot steun uitgeprocedeerde asielzoekers

2 februari 2004

SP-fractie roept op tot steun uitgeprocedeerde asielzoekers

Via een motie in de gemeenteraad roept de SP de gemeente Hengelo op tot steun voor een ruimere pardonregeling voor de veelal goed ingeburgerde asielzoekers die al langer dan 5 jaar in ons land verblijven. Bovendien wil de SP dat de gemeente pas meewerkt aan de uitzetting van uitgeprocedeerden zodra er sprake is van een fatsoenlijk geregeld terugkeerbeleid.

De huidige minimale pardonregeling heeft al tot veel weerstand geleid, zoals blijkt uit het onderstaande verhaal uit 'Binnenlands Bestuur'.

Gemeenten blijven zich verzetten tegen Verdonk
(30/01/2004)

Minister Verdonk mag geen uitgeprocedeerde asielzoekers op straat zetten zolang er onvoldoende vertrekcentra zijn ingericht. Dit standpunt heeft de Vereniging van Friese Gemeenten (VFG) ingenomen. Ook Haarlem en Groningen blijven weigeren mee te werken aan het uitzetten van asielzoekers.
De VFG is van mening dat het uitzettingsbeleid van minister Verdonk tot maatschappelijke onrust zal leiden. In de regeling van Verdonk kunnen uitgeprocedeerde asielzoekers voor maximaal acht weken in een vertrekcentrum terecht. Als ze dan nog niet zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst, kunnen ze op straat worden gezet. De VFG denkt dat hierdoor verzet en onvrede bij de burgers zullen toenemen. Bovendien vindt de VFG dat de minister te veel asielzoekers wil uitzetten.

De Haarlemse gemeenteraad kondigde donderdag aan een brief aan de Tweede Kamer te sturen. In de brief vraagt de raad om asielzoekers die langer dan vijf jaar in Nederland verblijven alsnog een verblijfsvergunning te geven. Op grond van haar zorgplicht weigert de gemeente asielzoekers uit hun huizen te zetten zolang er geen behoorlijk terugkeerbeleid is.

De Groningse gemeenteraad vindt het evenmin verantwoord om mee te werken aan het uitzettingsbeleid. De raad vreest dat de openbare orde in gevaar komt als asielzoekers in grote getale op straat terechtkomen. In een door de raad aangenomen motie werd het beleid van Verdonk veroordeeld.

Eerder deze maand hadden zowel Haarlem als Groningen zich nog voorzichtig positief uitgelaten over het akkoord dat Verdonk met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten sloot over de asielzoekers. Wel gaven ze aan te willen afwachten hoe het in de praktijk zou uitwerken.

Volgens Arthur Ringeling, hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, is het een klassieke impasse. 'Een minister doet een paar politieke uitspraken en denkt dan dat de wereld veranderd is', zei hij in december vorig jaar tegen Binnenlandsbestuur.nl. Verdonk moet er wat hem betreft voor zorgen dat haar beleid ook uitvoerbaar is. 'Gemeenten zijn niet slechts de uitvoeringsinstantie van het rijksbeleid. De overheid is geen eenheid. Dat moet ook helemaal niet, want dat zou heel gevaarlijk zijn.'

De tekst van de motie:

De gemeenteraad van Hengelo in vergadering bijeen op 3 februari 2004;

constaterende

dat het Kabinet heeft besloten 26.000 uitgeprocedeerde asielzoekers uit te zetten;
dat de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie in januari 2004 heeft verklaard dat op basis van een eenmalige regeling alsnog 2334 uitgeprocedeerde asielzoekers een verblijfsvergunning krijgen en in ons land mogen blijven;
dat er thans voor diegenen die moeten vertrekken onvoldoende vertrekcentra zijn en dat het terugkeerbeleid derhalve niet fatsoenlijk is geregeld;
dat een nadere regeling nog door het Kabinet moet worden uitgewerkt en de Tweede Kamer daarover nog geen standpunt heeft ingenomen;

spreekt uit

de Tweede Kamer te laten weten dat om humanitaire redenen het aantal mensen dat in aanmerking komt om te mogen blijven in ieder geval moet worden uitgebreid met de mensen die 5 jaar of langer in ons land verblijven en nodigt het college uit zich hierbij aan te sluiten

verklaart

dat de gemeente Hengelo het niet in overeenstemming met zijn zorgplicht ziet mee te werken aan uitzetting zonder dat het terugkeerbeleid fatsoenlijk is geregeld vraagt
de VNG een brede discussie onder haar leden te organiseren over dit onderwerp ten behoeve van de standpuntbepaling van het Kabinet en brengt deze Motie ter kennis van de Tweede Kamer en de Minister.

En gaat over tot de orde van de dag.

U bent hier